zondag 12 juni 2011

Petra Veenswijk in RK Bavo in Haarlem

Gisteren (zaterdag 11 juni 2011) gaf Petra Veenswijk een concert op het Adema-orgel in de RK Bavo / Kathedrale Basiliek Sint Bavo.

Op het programma stond:
  • Fantasie und Fuge über das Thema B-A-C-H, Liszt
  • Gebet, Liszt
  • Sonate 6, Guilmant
  • Trois Danses, Alain
Voorafgaand aan het concert werd het publiek welkom geheten door de gastheer. Na een woord van welkom en huishoudelijke mededelingen gaf hij een toelichting op de beide werken van Liszt. Op de werken van Guilmant en Alain gaf hij voorafgaand aan het spelen van deze stukken een toelichting. Slim! Als er gekozen wordt voor een mondelinge toelichting, vertel dan niet alles aan het begin van het concert. Men zal de woorden dan te snel weer vergeten. Bovendien zal door de gemiddelde concertbezoeker de afwisseling tussen muziek en het gesproken woord als prettig worden ervaren.

Veenswijk begon met 'BACH' van Liszt. Een bekend werk en zeker geen gemakkelijke opening voor een concert. Het werk heeft zoveel in zich en leent zich, onder andere door de improvisatorische gedeelten, voor veel interpretaties. Veenswijk interpreteerde het werk met veel vrijheid en liep daarbij geen platgetreden paden. Een spannende interpretatie. Een bekend werk wordt ineens wat onbekender doordat er andere accenten worden gelegd. Ik ben enthousiast over de uitvoering van gisteren!

Aansluitend speelde Veenswijk 'Gebet' van Liszt. Een ingetogen werk gespeeld met strijkers. Geen vloeiend, makkelijk uitgesproken gebed. In tegendeel: hier bad iemand een gebed waarbij soms de adem stokte en dan werd het gebed weer vervolgd. Een gebed in eerbied en eenvoud.

Bij de eerste maten van de 6e Sonate van Guilmant is direct het 'Guilmant-geluid' hoorbaar. Harmonie, ritme en melodielijn maken direct duidelijk dat dit werk door Guilmant geschreven is. Zo'n werk is natuurlijk zeer geschikt voor het Haarlemse orgel. Met mooie Franse klanken werd dit werk vertellend uitgevoerd door Veenswijk.

Tot slot de Trois Danses van Alain. Wat een enorm groot talent was Jehan Alain! En wat een fantastische techniek heeft Veenswijk. Trois Danses is technisch een zeer lastig werk. Veenswijk speelde het echter met een gemak (in de positieve zin van het woord) die haar uitstekende techniek verraad. Zelf was ik met name voor dit werk op dit orgel door deze organiste naar Haarlem gekomen. Alleen dit werk was de moeite van het concertbezoek al waard!

Angry Birds op orgel

Angry Birds op orgel. En om direct maar duidelijk te zijn: het gaat hier niet om de vogelgeluiden van Messiaen. Nee, het gaat om de tune van een game die op orgel gespeeld is. Gebeurt dit dan? Ja, dat gebeurt. Niet in Nederland, maar in Noorwegen.

Het spelletje Angry Birds is ongekend populair en staat op menig smartphone. Wat heet, de game is inmiddels meer dan 140 miljoen keer gedownload. En zoals het vaak gaat: wanneer iets populair is, worden er producten en concepten rondom het populaire item bedacht. Denk alleen al aan de jongetjes van 8, 9 jaar uit de straat die met Barcelona-shirtjes rondlopen. Zo schijnen liefhebbers van Angry Birds nu ook een boos kijkende vogelachtige knuffel te kunnen bestellen. Tot zover gaat alles nog goed. Heel veel smartphonegebruikers vullen hun verloren minuten met het spelen van een spelletje. Kassa voor de bedenkers. Kassa voor de merchandisers.

Ik stel me zo voor dat een orgelliefhebber dit spelletje zo vaak gespeeld heeft dat hij op een zekere dag wakker wordt met de Angry Birds-tune in zijn hoofd. Wat doe je dan? Je kunt bijvoorbeeld Bach gaan spelen. Dan ben je die tune voor de rest van de dag kwijt. Maar je kunt ook toegeven aan de behoefte om die tune zelf te spelen. En daar gaat het een beetje fout.

Eerst moet je natuurlijk de melodie goed kunnen spelen. Dat gaat al vrij snel goed. Natuurlijk moet het ritme ook kloppen. Vervolgens werken aan de akkoorden. En, tadaaa: na een paar uur studeren heb je dan toch een heuse Angry Birds-tune voor orgel. Aangemoedigd door huisgenoten ga je vervolgens - gewapend met een videocamera - naar een kerk. Een filmpje maken om op Youtube te plaatsen. En dan, dan gaat het pas goed fout.

Een kleine zoektocht op YouTube leert dat niet alleen een organist geïnspireerd raakte door de tune. Ook violisten, een pianist en een gitarist doen hun best. En toch: het Noorse orgelfilmpje klinkt het meest banaal van allemaal. Dus mijn vraag blijft: zit er nu werkelijk iemand op dit gerampestamp te wachten? Zouden dit soorten filmpjes de integratie tussen orgel en de klassieke muziek bevorderen? Ik denk eerder dat het aversie bewerkstelligt. En dat is om ‘angry’ van te worden!

Wat is de volgende stap? Variaties over Angry Birds? Of moeten we een ‘Tunefinale’ of een ‘Toccata’ gaan verwachten?

Ach, misschien moet ik me er niet zo druk om maken en het gewoon laten voor wat het is. Ik zet een uitvoering van Livre du Saint Sacrement op en luister naar Messiaen’s vogelgeluiden. Geen onaardige, chagrijnige vogels, maar allerlei exotische vogels die het prachtigste en hoogste lied zingen.

U heeft wat gemist!

Stel: Je bezoekt een concert van Louis Robilliard in St. Ouen in de stad Rouen en na anderhalve week zingt het door Robilliard uitgevoerde Choral 1 van Franck nog steeds in je hoofd rond. Dan kun je spreken van een muzikaal hoogtepunt!

Zaterdag 14 mei 2011 organiseerde de stad Rouen namelijk een Cavaillé-Coll-dag. Deze dag bestond uit twee conferences met muzikale voorbeelden en ‘s avonds een concert door Louis Robilliard op het fameuze orgel in Saint-Ouen. Deze dag heb ik samen met een vriend bezocht.

De conferences waren, zoals het de Fransen betaamt, volledig in het Frans. Nu is mijn kennis van de Franse taal zo ongeveer beperkt tot woorden als ‘oui’, ‘voila’, ‘merci’, dus ik was blij met de simultaan vertaling van mijn medereiziger. Echter, muziek zegt meer dan duizend woorden, dus de conferences waren de moeite van het bezoeken waard!

De eerste conference vond plaats in de Notre-Dame van Rouen. In deze kathedraal staat het huisorgel van Dupré. Een prachtig instrument. Okay, zo’n akoestische ruimte doet ook veel, maar dat neemt niet weg dat het een eer is om de vaste bespeler van zo’n instrument te mogen zijn.

Voor de tweede conference verhuisden we naar Saint-Godard. In deze pittoreske kerk met prachtig gebrandschilderde ramen staan twee orgels van Cavaillé-Coll. Het hoofdorgel heeft in de loop van de tijd de aandacht van orgelbouwers gehad, maar is zeker beluisterenswaardig.Het koororgel is nog in geheel originele staat en kent een fantastische klankschoonheid!

Het avondconcert was de klap op de vuurpijl. Een fantastisch concert in St. Ouen. Een perfecte combinatie van orgel, organist en programma. Louis Robilliard vertolkte onder andere werken van Liszt (Ad Nos), Franck (1e koraal) en twee delen uit de 10e Symphonie van Widor. Maar ook speelde hij Sicilienne (uit Op. 78) van Fauré en een koraal van Brahms. Een aantal werken behoren tot het standaard repertoir van Robilliard, maar dat neemt niet weg dat dit concert voor mij een bijzondere gewaarwording was.

Persoonlijk was ik zeer onder indruk van de uitvoering Franck’s 1e koraal. Hoewel ik het werk zelf heb gestudeerd, merkte ik dat ik tijdens de uitvoering van Robilliard steeds benieuwd was naar wat er zou komen. Robilliard zette vanaf de eerste maat een fantastische, uitgebalanceerde spanningsboog neer. En dat alles met die ongekende, verbazingwekkende brede en mooie klank van dit instrument dat volgens Widor tot één van ‘s werelds mooiste instrumenten gerekend moet worden.

Voor mij was het de eerste keer St. Ouen. Het was me al wel eens gezegd, maar nu realiseer ik mij dat het onmogelijk is te weten hoe het orgel klinkt zonder dat je het orgel ooit live hebt gehoord. Hoe goed opnametechnici hun best ook doen, de indringende, ongelooflijke brede klank van het orgel en de akoustiek van de kathedraal is niet te vangen in een paar microfoons.

Onszelf niet meegerekend hebben wij tijdens het avondconcert geen Nederlanders gezien. Dus ik kan wel zeggen: u heeft wat gemist!