zondag 31 juli 2011

Concert Ignace Michiels, Sint-Salvatorskathedraal, Brugge

Afgelopen vrijdagavond heb ik het concert van Ignace Michiels in de Sint-Salvatorskathedraal in Brugge bezocht. Bij binnenkomst keek ik wel even vreemd op. De kerk is wegens restauratie grotendeels niet toegankelijk en het Klais-orgel is niet bespeelbaar. Het gaat om een grootscheepse restauratie. Volgens iemand die ik na het concert sprak zal het Klais-orgel de komende 5 - 10 jaar niet klinken. Tot die tijd doet het tijdelijke orgel van Andriessen-Skrabl dienst. Dit orgel is aangeschaft door het West-Vlaamse provinciebestuur (voor een bedrag van € 250.000).

Omdat ik voor de combinatie Ignace Michiels - Klais-orgel was gekomen, was ik uiteraard licht teleurgesteld. Maar die teleurstelling verdween. Het concert van Michiels was fantastisch en Andriessen-Skrabl orgel klonk, zeker voor een tijdelijk orgel, niet verkeerd. Ik denk dat veel kerken dit orgel graag permanent zouden willen hebben. Natuurlijk kun je van alles opmerken over dit orgel. Bijvoorbeeld dat de klank klinkt op de één of andere manier te bescheiden klinkt. En: ik heb mooie klanken gehoord, maar ook wat dunne klanken die mij niet konden bekoren (in bijvoorbeeld Weinen, Klagen, Zorgen, Zagen van Liszt).

Overigens is de organist in de huidige situatie zichtbaar voor het publiek en is hij slechts een enkele meters verwijderd van de voorste rijen. Voor de gemiddelde orgelconcertbezoeker is het een absolute meerwaarde wanneer men de organist aan het werk kan zien!

Het programma:

Prelude en Fuga in e, BWV 548, Johann Sebastian Bach

Scherzo , opus 49 n°2, Marco Enrico Bossi


Sonate III, opus 65 n°3,
Felix Mendelssohn-Bartholdy
Con moto maestoso – Andante tranquillo

Toccata in f klein, William Ralph-Driffil

Variaties op ’ Weinen, Klagen, Sorgen, Zagen’, Franz Liszt

Trois Pièces, opus 29,
Gabriel Pierné
- Prélude
- Cantilène
- Scherzando

Feux Follets, Louis Vierne

Toccata uit Suite, opus 5, Maurice Duruflé



Toegift: Cantilène religieuse, Théodore Dubois


Wat opvalt is dat Michiels een enorm repertoire beheerst. Zijn techniek is fabuleus! Ik vind het altijd weer een enorme beleving om iemand te horen spelen die technisch zó goed is en daardoor de muziek volledig in controle heeft. De technische kwaliteiten van Michiels bleken bijvoorbeeld in het bijzonder bij de Toccata uit Suite, opus 5, Maurice Duruflé. Michiels koos een hoog tempo en hield dit tempo vol. Hij staat duidelijk boven de materie. Chapeau!

maandag 25 juli 2011

Concert Domitila Ballesteros, Grote Kerk Breda

Afgelopen vrijdagavond bezocht ik het concert van de Braziliaanse organiste Domitila Ballesteros in de Grote Kerk in Breda. Op de vrijdag zelf heb ik besloten om dit concert te bezoeken naar aanleiding van een Facebook-bericht van het account 'Orgel Breda' (dergelijke promotie werkt dus!).


Ballesteros studeerde onder andere bij Matteo Imbruno, Peter Planyavsky en Michael Radulescu. Ze staat te boek als een internationale concertorganiste. Verder is ze President van het Institute of Culture and Organistic Art. Ook heeft ze een boek gepubliceerd "Jeanne Demessieux's Six Études and the Piano Technique". Indrukwekkend CV!

In Breda stonden Sonate IV van Guilmant, een werk van Scheidemann, 2 werken van Vincenzo Petrali en 3 werken van Bach op het programma. De Stichting Orgelconcerten Breda heeft ervoor gekozen om de 8 Sonates van Guilmant in 8 concerten aan bod te laten komen.

Wat opviel aan het spel van Ballesteros is dat ze het orgel niet altijd onder controle had. Dit was met name in Sonate IV van Guilmant hoorbaar. Nu vind ik niet dat je als luisteraar foutjes moet gaan tellen, maar in dit geval ervoer ik de frequentie waarmee foutjes hoorbaar waren storend. Ballesteros begon de Sonate van Guilmant voortvarend. De eerste twee delen waren overtuigend. De laatste twee delen van de Sonate helaas niet. Het was te gewoon en te braaf. Al met al vroeg ik mij achteraf af of deze muziek Ballesteros wel ligt? Of zijn het te weinig studie-uren geweest? Of was het gewoon de spanning die parten speelde?

De rest van het programma was gelukkig een stuk beter. Na een goed uitgevoerd werk van Scheidemann werd het brede publiek vermaakt met een swingend werkje van de Italiaanse componist Petrali (dat later ook nog als toegift werd gespeeld). De Toccata en Fuga BWV 565 van Bach vond ik persoonlijk het mooist uitgevoerde werk van de avond. Sprankelend en met lef gespeeld. Mooie registraties.

Complimenten aan de Stichting Orgelconcerten Breda om de in Nederland niet bekende organiste Ballesteros uit te nodigen. Gemeten naar het aantal concertbezoekers en het enthousiasme bij de luisteraars was dit concert een succes. En daarmee hebben zowel Ballesteros als de Stichting zich uitstekend van hun taken gekweten. Maar heeft Ballesteros de verwachtingen waargemaakt die je als luisteraar krijgt als je haar CV leest? Dan is mijn antwoord ontkennend: tijdens dit concert helaas niet. Het was goed, maar het was zeker geen topconcert.

P.S. Qua marketing is de Stichting Orgelconcerten Breda onderscheidend. Een serie orgelconcerten door bekende en onbekendere internationale organisten, een uitgebreid programmaboekje voor de hele serie, een gratis invitatie voor een volgende concert in de serie, een enquête na afloop van het concert en een gastvrij ontvangst zijn hier kenmerken van. Klasse!

zondag 24 juli 2011

Hollands trots: César Franck

De man die gemarkeerd kan worden als één van de meest markante musici in het Franse muziekleven van zijn tijd, de organist van de St. Clothilde, maar vooral ook de componist van onder andere Trois Chorales en de Six Pieces. César Franck.

Natuurlijk zouden we Franck veel tekort doen om hem alleen als orgelcomponist te zien. Behalve orgelmuziek schreef hij opera, orkestwerken, pianowerken en vocale werken. Een veelzijdige componist.

Franck is wat mij betreft één van de grootste (zo niet dé grootste) Franse romantische orgelcomponist. De kwaliteit van zijn werken is overweldigend. Had hij maar zoveel geschreven als Bach. Wat voor pareltjes zouden we dan nog meer hebben gehad?

De kwaliteit van zijn muziek blijkt wel uit de vele interpretatiemogelijkheden. Het interpreteren van Francks’ werken is voer voor discussie. Zijn muziek klinkt op meerdere manieren goed, net zoals Bach’s muziek. Neem bijvoorbeeld het rubato. Op welke plekken pas je dit toe in de muziek van Franck en in welke mate? Maar ook het tempo. Was het niet Joris Verdin die er jaren geleden al voor pleitte om Franck z’n muziek in een aanzienlijk hoger tempo te spelen? En niet te vergeten: de CD-box van Jean Guillou. Je kunt het mooi vinden of niet, maar feit is dat Francks’ muziek deze uitzonderlijke interpretatie verdraagt.

Frankrijk, Parijs, St. Clothilde, Franck. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar hoe Frans is Franck eigenlijk? Franck is geboren op 10 december 1822 in Luik. Luik was in die tijd onderdeel van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Tot 1830 vormden Nederland en België één staat. Dus strikt genomen is Franck acht jaar Nederlander geweest. Dus de man van die schitterende Pierre en die ongekende Grande Piece Symphonique is van geboorte landgenoot geweest? Ja. Hij was net zo Nederlands als de Koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, Willem I.

En met deze conclusie krijgen Franck’s werken toch een Nederlands tintje. Hij was één van ons. Hollands trots.