zaterdag 24 september 2011

Verschijnt binnenkort: CD Javier Perianes, werken van Manuel de Falla (1876 - 1946)

Goed nieuws voor degenen die net zoals ik genoten hebben van de laatste CD van Javier Perianes (met werken van Blasco de Nebra): binnenkort brengt Harmonia Mundi een nieuwe CD uit van Javier Perianes. Ditmaal met werken van de Spaanse componist Manuel de Falla (1876 - 1946).

Op de CD staan de volgende werken:
  • Cuatro piezas españolas;
  • Fantasía bætica;
  • Homenaje "Le Tombeau de Claude Debussy";
  • Pour le tombeau de Paul Lukas;
  • Noches en los jardines de España (live opname).
Het laatste genoemde werk (Noches en los jardines de España) is geschreven voor piano en orkest. Dit werk behoort tot één van de bekenste werken van Manuel de Falla. Het orkest dat met Perianes samenspeelt is BBC Symphony Orchestra onder leiding van Josep Pons.

Tijdens zijn verblijf in Parijs (1907 - 1914) liet Manuel de Falla zich inspireren door Maurice Ravel, Claude Debussy en Paul Dukas. In die periode schreef hij echter weinig werken. Na zijn terugkeer naar Madrid schreef hij een aantal van zijn bekendste werken, zoals Noches en los jardines de España (het werk dat Perianes heeft opgenomen op CD die binnenkort uitkomt).

Meer informatie over deze CD en over Harmonia Mundi:
Op 2 oktober 2011 zal Javier Peraines te gast zijn in het televisieprogramma Vrije Geluiden (om 10.30 uur op Nederland 1).

Binnenkort volgt op deze blog een recensie van de nieuwe CD.

      dinsdag 13 september 2011

      Andreas Sieling, Dom, Keulen


      Op dinsdag 9 augustus 2011 ben ik bij het concert van Andreas Sieling in de Dom van Keulen geweest. Sieling is Domorganist in Berlijn (Sauer-orgel). Dit was de eerste keer dat ik Sieling hoorde. Een interessant programma:

      Charles Tournemire: Te Deum

      Johann Sebastian Bach: Schmücke dich, o liebe Seele, BWV 654
      Johann Sebastian Bach: Von gott wil ich nich lassen, BWV 658

      Charles Tournemire; Ave maris Stella
      Charles Tournemire; Fantaisie-Improvisation

      Louis Vierne: Berceuse, op. 31, 19

      Cesar Franck: III. Choral a-moll

      Pierre Cocherau: Berceuse à la Mémoire de Louis Vierne

      Charles Tournemire: Victimae paschali


      Opmerkelijk in de programmering zijn de twee werken van Bach tussen de werken Tournemire. Een keuze die ik niet kan verklaren. Hoe dan ook: de Bach-werken werden mooi gespeeld en was vooral in het Schmücke dich, o liebe Seele heel duidelijk hoorbaar hoe de beide Domorgels gebruikt worden (het ene orgel voor de begeleiding, de ander voor de Cantus Firmus. Het riep bij mij het beeld van een een zangeres die op orgel begeleidt wordt.

      Hoogtepunt van de avond was de uitvoering van het werk van Cocherau! Het Berceuse-thema van Vierne is door Cocherau op een zeer kunstige wijze in nieuwe Berceuse gevlochten. Het werk werd door Sieling muzikaal, met spanning en mooie verstilde momenten uitgevoerd.

      Toon Hagen, St. Stevenskerk, Nijmegen, Orgelmis

      Na vrijdag 29 juli (Ignace Michiels, Brugge) heb ik vier concerten bezocht. Mijn eerste concertbezoek na Michiels in Brugge was het Bachconcert op dinsdag 2 augustus 2011 door Toon Hagen in de St. Stevenskerk te Nijmegen. Op het programma stond het 'Dritter Teil der Clavier Übung’, ook wel bekend als de Orgelmis. Hagen voerde - uiteraard (vanwege de tijdsduur van een concert) - niet het gehele 'Dritter Teil' uit. Hij speelde de grote koralen en uiteraard het Preludium in Es aan het begin en de Fuga in Es als slot.

      Hagen speelde fantastisch! De registraties waren met zorg uitgekozen, tussen de koralen zat niet teveel tijd. Hetzelfde concert speelde Hagen in Zwolle. Daar zal het concert nóg fantastischer zijn geweest. De ruimte in de Stevenskerk heeft naar mijn smaak teveel akoestiek. De klank blijft te lang in de ruimte en gaat rondzingen. Dat is vermoeiend luisteren.

      Een topprestatie van Hagen in Nijmegen!


      zondag 31 juli 2011

      Concert Ignace Michiels, Sint-Salvatorskathedraal, Brugge

      Afgelopen vrijdagavond heb ik het concert van Ignace Michiels in de Sint-Salvatorskathedraal in Brugge bezocht. Bij binnenkomst keek ik wel even vreemd op. De kerk is wegens restauratie grotendeels niet toegankelijk en het Klais-orgel is niet bespeelbaar. Het gaat om een grootscheepse restauratie. Volgens iemand die ik na het concert sprak zal het Klais-orgel de komende 5 - 10 jaar niet klinken. Tot die tijd doet het tijdelijke orgel van Andriessen-Skrabl dienst. Dit orgel is aangeschaft door het West-Vlaamse provinciebestuur (voor een bedrag van € 250.000).

      Omdat ik voor de combinatie Ignace Michiels - Klais-orgel was gekomen, was ik uiteraard licht teleurgesteld. Maar die teleurstelling verdween. Het concert van Michiels was fantastisch en Andriessen-Skrabl orgel klonk, zeker voor een tijdelijk orgel, niet verkeerd. Ik denk dat veel kerken dit orgel graag permanent zouden willen hebben. Natuurlijk kun je van alles opmerken over dit orgel. Bijvoorbeeld dat de klank klinkt op de één of andere manier te bescheiden klinkt. En: ik heb mooie klanken gehoord, maar ook wat dunne klanken die mij niet konden bekoren (in bijvoorbeeld Weinen, Klagen, Zorgen, Zagen van Liszt).

      Overigens is de organist in de huidige situatie zichtbaar voor het publiek en is hij slechts een enkele meters verwijderd van de voorste rijen. Voor de gemiddelde orgelconcertbezoeker is het een absolute meerwaarde wanneer men de organist aan het werk kan zien!

      Het programma:

      Prelude en Fuga in e, BWV 548, Johann Sebastian Bach

      Scherzo , opus 49 n°2, Marco Enrico Bossi


      Sonate III, opus 65 n°3,
      Felix Mendelssohn-Bartholdy
      Con moto maestoso – Andante tranquillo

      Toccata in f klein, William Ralph-Driffil

      Variaties op ’ Weinen, Klagen, Sorgen, Zagen’, Franz Liszt

      Trois Pièces, opus 29,
      Gabriel Pierné
      - Prélude
      - Cantilène
      - Scherzando

      Feux Follets, Louis Vierne

      Toccata uit Suite, opus 5, Maurice Duruflé



      Toegift: Cantilène religieuse, Théodore Dubois


      Wat opvalt is dat Michiels een enorm repertoire beheerst. Zijn techniek is fabuleus! Ik vind het altijd weer een enorme beleving om iemand te horen spelen die technisch zó goed is en daardoor de muziek volledig in controle heeft. De technische kwaliteiten van Michiels bleken bijvoorbeeld in het bijzonder bij de Toccata uit Suite, opus 5, Maurice Duruflé. Michiels koos een hoog tempo en hield dit tempo vol. Hij staat duidelijk boven de materie. Chapeau!

      maandag 25 juli 2011

      Concert Domitila Ballesteros, Grote Kerk Breda

      Afgelopen vrijdagavond bezocht ik het concert van de Braziliaanse organiste Domitila Ballesteros in de Grote Kerk in Breda. Op de vrijdag zelf heb ik besloten om dit concert te bezoeken naar aanleiding van een Facebook-bericht van het account 'Orgel Breda' (dergelijke promotie werkt dus!).


      Ballesteros studeerde onder andere bij Matteo Imbruno, Peter Planyavsky en Michael Radulescu. Ze staat te boek als een internationale concertorganiste. Verder is ze President van het Institute of Culture and Organistic Art. Ook heeft ze een boek gepubliceerd "Jeanne Demessieux's Six Études and the Piano Technique". Indrukwekkend CV!

      In Breda stonden Sonate IV van Guilmant, een werk van Scheidemann, 2 werken van Vincenzo Petrali en 3 werken van Bach op het programma. De Stichting Orgelconcerten Breda heeft ervoor gekozen om de 8 Sonates van Guilmant in 8 concerten aan bod te laten komen.

      Wat opviel aan het spel van Ballesteros is dat ze het orgel niet altijd onder controle had. Dit was met name in Sonate IV van Guilmant hoorbaar. Nu vind ik niet dat je als luisteraar foutjes moet gaan tellen, maar in dit geval ervoer ik de frequentie waarmee foutjes hoorbaar waren storend. Ballesteros begon de Sonate van Guilmant voortvarend. De eerste twee delen waren overtuigend. De laatste twee delen van de Sonate helaas niet. Het was te gewoon en te braaf. Al met al vroeg ik mij achteraf af of deze muziek Ballesteros wel ligt? Of zijn het te weinig studie-uren geweest? Of was het gewoon de spanning die parten speelde?

      De rest van het programma was gelukkig een stuk beter. Na een goed uitgevoerd werk van Scheidemann werd het brede publiek vermaakt met een swingend werkje van de Italiaanse componist Petrali (dat later ook nog als toegift werd gespeeld). De Toccata en Fuga BWV 565 van Bach vond ik persoonlijk het mooist uitgevoerde werk van de avond. Sprankelend en met lef gespeeld. Mooie registraties.

      Complimenten aan de Stichting Orgelconcerten Breda om de in Nederland niet bekende organiste Ballesteros uit te nodigen. Gemeten naar het aantal concertbezoekers en het enthousiasme bij de luisteraars was dit concert een succes. En daarmee hebben zowel Ballesteros als de Stichting zich uitstekend van hun taken gekweten. Maar heeft Ballesteros de verwachtingen waargemaakt die je als luisteraar krijgt als je haar CV leest? Dan is mijn antwoord ontkennend: tijdens dit concert helaas niet. Het was goed, maar het was zeker geen topconcert.

      P.S. Qua marketing is de Stichting Orgelconcerten Breda onderscheidend. Een serie orgelconcerten door bekende en onbekendere internationale organisten, een uitgebreid programmaboekje voor de hele serie, een gratis invitatie voor een volgende concert in de serie, een enquête na afloop van het concert en een gastvrij ontvangst zijn hier kenmerken van. Klasse!

      zondag 24 juli 2011

      Hollands trots: César Franck

      De man die gemarkeerd kan worden als één van de meest markante musici in het Franse muziekleven van zijn tijd, de organist van de St. Clothilde, maar vooral ook de componist van onder andere Trois Chorales en de Six Pieces. César Franck.

      Natuurlijk zouden we Franck veel tekort doen om hem alleen als orgelcomponist te zien. Behalve orgelmuziek schreef hij opera, orkestwerken, pianowerken en vocale werken. Een veelzijdige componist.

      Franck is wat mij betreft één van de grootste (zo niet dé grootste) Franse romantische orgelcomponist. De kwaliteit van zijn werken is overweldigend. Had hij maar zoveel geschreven als Bach. Wat voor pareltjes zouden we dan nog meer hebben gehad?

      De kwaliteit van zijn muziek blijkt wel uit de vele interpretatiemogelijkheden. Het interpreteren van Francks’ werken is voer voor discussie. Zijn muziek klinkt op meerdere manieren goed, net zoals Bach’s muziek. Neem bijvoorbeeld het rubato. Op welke plekken pas je dit toe in de muziek van Franck en in welke mate? Maar ook het tempo. Was het niet Joris Verdin die er jaren geleden al voor pleitte om Franck z’n muziek in een aanzienlijk hoger tempo te spelen? En niet te vergeten: de CD-box van Jean Guillou. Je kunt het mooi vinden of niet, maar feit is dat Francks’ muziek deze uitzonderlijke interpretatie verdraagt.

      Frankrijk, Parijs, St. Clothilde, Franck. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar hoe Frans is Franck eigenlijk? Franck is geboren op 10 december 1822 in Luik. Luik was in die tijd onderdeel van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Tot 1830 vormden Nederland en België één staat. Dus strikt genomen is Franck acht jaar Nederlander geweest. Dus de man van die schitterende Pierre en die ongekende Grande Piece Symphonique is van geboorte landgenoot geweest? Ja. Hij was net zo Nederlands als de Koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, Willem I.

      En met deze conclusie krijgen Franck’s werken toch een Nederlands tintje. Hij was één van ons. Hollands trots.

      zondag 12 juni 2011

      Petra Veenswijk in RK Bavo in Haarlem

      Gisteren (zaterdag 11 juni 2011) gaf Petra Veenswijk een concert op het Adema-orgel in de RK Bavo / Kathedrale Basiliek Sint Bavo.

      Op het programma stond:
      • Fantasie und Fuge über das Thema B-A-C-H, Liszt
      • Gebet, Liszt
      • Sonate 6, Guilmant
      • Trois Danses, Alain
      Voorafgaand aan het concert werd het publiek welkom geheten door de gastheer. Na een woord van welkom en huishoudelijke mededelingen gaf hij een toelichting op de beide werken van Liszt. Op de werken van Guilmant en Alain gaf hij voorafgaand aan het spelen van deze stukken een toelichting. Slim! Als er gekozen wordt voor een mondelinge toelichting, vertel dan niet alles aan het begin van het concert. Men zal de woorden dan te snel weer vergeten. Bovendien zal door de gemiddelde concertbezoeker de afwisseling tussen muziek en het gesproken woord als prettig worden ervaren.

      Veenswijk begon met 'BACH' van Liszt. Een bekend werk en zeker geen gemakkelijke opening voor een concert. Het werk heeft zoveel in zich en leent zich, onder andere door de improvisatorische gedeelten, voor veel interpretaties. Veenswijk interpreteerde het werk met veel vrijheid en liep daarbij geen platgetreden paden. Een spannende interpretatie. Een bekend werk wordt ineens wat onbekender doordat er andere accenten worden gelegd. Ik ben enthousiast over de uitvoering van gisteren!

      Aansluitend speelde Veenswijk 'Gebet' van Liszt. Een ingetogen werk gespeeld met strijkers. Geen vloeiend, makkelijk uitgesproken gebed. In tegendeel: hier bad iemand een gebed waarbij soms de adem stokte en dan werd het gebed weer vervolgd. Een gebed in eerbied en eenvoud.

      Bij de eerste maten van de 6e Sonate van Guilmant is direct het 'Guilmant-geluid' hoorbaar. Harmonie, ritme en melodielijn maken direct duidelijk dat dit werk door Guilmant geschreven is. Zo'n werk is natuurlijk zeer geschikt voor het Haarlemse orgel. Met mooie Franse klanken werd dit werk vertellend uitgevoerd door Veenswijk.

      Tot slot de Trois Danses van Alain. Wat een enorm groot talent was Jehan Alain! En wat een fantastische techniek heeft Veenswijk. Trois Danses is technisch een zeer lastig werk. Veenswijk speelde het echter met een gemak (in de positieve zin van het woord) die haar uitstekende techniek verraad. Zelf was ik met name voor dit werk op dit orgel door deze organiste naar Haarlem gekomen. Alleen dit werk was de moeite van het concertbezoek al waard!

      Angry Birds op orgel

      Angry Birds op orgel. En om direct maar duidelijk te zijn: het gaat hier niet om de vogelgeluiden van Messiaen. Nee, het gaat om de tune van een game die op orgel gespeeld is. Gebeurt dit dan? Ja, dat gebeurt. Niet in Nederland, maar in Noorwegen.

      Het spelletje Angry Birds is ongekend populair en staat op menig smartphone. Wat heet, de game is inmiddels meer dan 140 miljoen keer gedownload. En zoals het vaak gaat: wanneer iets populair is, worden er producten en concepten rondom het populaire item bedacht. Denk alleen al aan de jongetjes van 8, 9 jaar uit de straat die met Barcelona-shirtjes rondlopen. Zo schijnen liefhebbers van Angry Birds nu ook een boos kijkende vogelachtige knuffel te kunnen bestellen. Tot zover gaat alles nog goed. Heel veel smartphonegebruikers vullen hun verloren minuten met het spelen van een spelletje. Kassa voor de bedenkers. Kassa voor de merchandisers.

      Ik stel me zo voor dat een orgelliefhebber dit spelletje zo vaak gespeeld heeft dat hij op een zekere dag wakker wordt met de Angry Birds-tune in zijn hoofd. Wat doe je dan? Je kunt bijvoorbeeld Bach gaan spelen. Dan ben je die tune voor de rest van de dag kwijt. Maar je kunt ook toegeven aan de behoefte om die tune zelf te spelen. En daar gaat het een beetje fout.

      Eerst moet je natuurlijk de melodie goed kunnen spelen. Dat gaat al vrij snel goed. Natuurlijk moet het ritme ook kloppen. Vervolgens werken aan de akkoorden. En, tadaaa: na een paar uur studeren heb je dan toch een heuse Angry Birds-tune voor orgel. Aangemoedigd door huisgenoten ga je vervolgens - gewapend met een videocamera - naar een kerk. Een filmpje maken om op Youtube te plaatsen. En dan, dan gaat het pas goed fout.

      Een kleine zoektocht op YouTube leert dat niet alleen een organist geïnspireerd raakte door de tune. Ook violisten, een pianist en een gitarist doen hun best. En toch: het Noorse orgelfilmpje klinkt het meest banaal van allemaal. Dus mijn vraag blijft: zit er nu werkelijk iemand op dit gerampestamp te wachten? Zouden dit soorten filmpjes de integratie tussen orgel en de klassieke muziek bevorderen? Ik denk eerder dat het aversie bewerkstelligt. En dat is om ‘angry’ van te worden!

      Wat is de volgende stap? Variaties over Angry Birds? Of moeten we een ‘Tunefinale’ of een ‘Toccata’ gaan verwachten?

      Ach, misschien moet ik me er niet zo druk om maken en het gewoon laten voor wat het is. Ik zet een uitvoering van Livre du Saint Sacrement op en luister naar Messiaen’s vogelgeluiden. Geen onaardige, chagrijnige vogels, maar allerlei exotische vogels die het prachtigste en hoogste lied zingen.

      U heeft wat gemist!

      Stel: Je bezoekt een concert van Louis Robilliard in St. Ouen in de stad Rouen en na anderhalve week zingt het door Robilliard uitgevoerde Choral 1 van Franck nog steeds in je hoofd rond. Dan kun je spreken van een muzikaal hoogtepunt!

      Zaterdag 14 mei 2011 organiseerde de stad Rouen namelijk een Cavaillé-Coll-dag. Deze dag bestond uit twee conferences met muzikale voorbeelden en ‘s avonds een concert door Louis Robilliard op het fameuze orgel in Saint-Ouen. Deze dag heb ik samen met een vriend bezocht.

      De conferences waren, zoals het de Fransen betaamt, volledig in het Frans. Nu is mijn kennis van de Franse taal zo ongeveer beperkt tot woorden als ‘oui’, ‘voila’, ‘merci’, dus ik was blij met de simultaan vertaling van mijn medereiziger. Echter, muziek zegt meer dan duizend woorden, dus de conferences waren de moeite van het bezoeken waard!

      De eerste conference vond plaats in de Notre-Dame van Rouen. In deze kathedraal staat het huisorgel van Dupré. Een prachtig instrument. Okay, zo’n akoestische ruimte doet ook veel, maar dat neemt niet weg dat het een eer is om de vaste bespeler van zo’n instrument te mogen zijn.

      Voor de tweede conference verhuisden we naar Saint-Godard. In deze pittoreske kerk met prachtig gebrandschilderde ramen staan twee orgels van Cavaillé-Coll. Het hoofdorgel heeft in de loop van de tijd de aandacht van orgelbouwers gehad, maar is zeker beluisterenswaardig.Het koororgel is nog in geheel originele staat en kent een fantastische klankschoonheid!

      Het avondconcert was de klap op de vuurpijl. Een fantastisch concert in St. Ouen. Een perfecte combinatie van orgel, organist en programma. Louis Robilliard vertolkte onder andere werken van Liszt (Ad Nos), Franck (1e koraal) en twee delen uit de 10e Symphonie van Widor. Maar ook speelde hij Sicilienne (uit Op. 78) van Fauré en een koraal van Brahms. Een aantal werken behoren tot het standaard repertoir van Robilliard, maar dat neemt niet weg dat dit concert voor mij een bijzondere gewaarwording was.

      Persoonlijk was ik zeer onder indruk van de uitvoering Franck’s 1e koraal. Hoewel ik het werk zelf heb gestudeerd, merkte ik dat ik tijdens de uitvoering van Robilliard steeds benieuwd was naar wat er zou komen. Robilliard zette vanaf de eerste maat een fantastische, uitgebalanceerde spanningsboog neer. En dat alles met die ongekende, verbazingwekkende brede en mooie klank van dit instrument dat volgens Widor tot één van ‘s werelds mooiste instrumenten gerekend moet worden.

      Voor mij was het de eerste keer St. Ouen. Het was me al wel eens gezegd, maar nu realiseer ik mij dat het onmogelijk is te weten hoe het orgel klinkt zonder dat je het orgel ooit live hebt gehoord. Hoe goed opnametechnici hun best ook doen, de indringende, ongelooflijke brede klank van het orgel en de akoustiek van de kathedraal is niet te vangen in een paar microfoons.

      Onszelf niet meegerekend hebben wij tijdens het avondconcert geen Nederlanders gezien. Dus ik kan wel zeggen: u heeft wat gemist!

      dinsdag 10 mei 2011

      Jan gaat; Jan komt

      Jan Jansen heeft een vervanger: Jan Hage. Wie dit nog niet ter ore was gekomen heeft in een absolute mediastilte geleefd. In de Nederlandse orgelwereld was dit het nieuws van de maand april. Zelfs Radio 4 berichtte over dit nieuws. En dat mag in de krant, want hoewel ik Radio 4 een warm hart toedraag zijn ze wat terughoudend met hun berichtgeving over de orgelwereld.

      Jansen vertrekt vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Al in een interview in 1990 was hij klip en klaar over zijn visie hierop: “Als het aan mij ligt en ik blijf gezond, wil ik wel tot m’n pensioen. Niet langer, want jongeren moeten ook een kans hebben”.

      Volgens een interview met het Reformatorisch Dagblad in augustus 2009 was het de bedoeling dat de nieuwe Domorganist benoemd zou worden in oktober 2010. Het is april 2011 geworden. Een halfjaar later… Ach, laten we het erop houden dat je dergelijke belangrijke beslissingen niet over één nacht ijs moet nemen.

      Een belangrijke beslissing was het, want laten we wel zijn: het gaat hier om één van de meest prestigieuze en belangrijkste organistposten in Nederland. Jansen zei daarover: “Je zit in de Domkerk en dat schept verplichtingen. Je staat in een traditie”.

      Met het vertrek van Jansen neemt de Dom afscheid van een veelzijdige en zeer muzikale persoonlijkheid. Een icoon. Want wie denkt aan de Dom in Utrecht denkt aan het Bätz-orgel én aan Jansen. Jansen, een organist naar mijn hart. Een hard studerende organist met een goede techniek. Iemand die buiten de kaders van het gevestigde durft te denken en het hele muzikale spectrum bestrijkt (inclusief hedendaagse muziek).

      Jan Hage komt uit een soortgelijke rijke, kerkmuzikale traditie. Een organist van internationale allure die zowel de nodige kerkmuzikale als solistische ervaring heeft opgedaan. Een organist die eveneens een breed repertoire (van De Grigny tot Reda) heeft. De komst van Hage naar Utrecht is daarom niet zo verwonderlijk.

      Op de vraag wat Hage gaat toevoegen aan de rijke muziektraditie antwoordt hij: “Wat mij betreft wordt het een centraal en bruisend podium waarop het Bätz-orgel in al zijn mogelijkheden op een zo actueel mogelijke manier glorieert”. Daarmee geeft Hage aan Jansen zijn woorden goed te hebben begrepen: “Je zit in de Domkerk en dat schept verplichtingen. Je staat in een traditie”.

      Bron citaten Jansen
      Op de Orgelbank. Gesprekken met protestants-christelijke kerkmusici. Uitgeverij J.J. Groen en Zoon. Leiden 1992, ISBN: 90-5030-249-1

      Bron citaat Hage
      http://www.orgelnieuws.nl/wcms/modules/news/article.php?storyid=4304

      zaterdag 26 maart 2011

      De vreselijke muziek van Sweelinck

      U denkt het en ik zeg het: de vreselijke muziek van Sweelinck. En misschien zegt u het ook wel. Op Facebook was namelijk de afgelopen periode een kleine dialoog over Sweelinck. Dit naar aanleiding van de Sweelinck-Mullerprijs die dit jaar weer uitgereikt gaat worden.

      Het gros van orgelminnend Nederland heeft een soort haat-liefde verhouding met Sweelinck’s nalatenschap. En masse zijn we niet echt dol op zijn muziek. Waar het regent van de onderscheidingen vanwege de verdiensten voor de Franse orgelcultuur, moet er nota bene een stimuleringsprijs voor Sweelinck uitgeloofd worden. Dat is het verschil.

      Met name grote liefhebbers van de Nederlandse koraalkunst (Zwart, Asma, etc.) zijn over het algemeen geen fan van Sweelinck. Dat is opmerkelijk, want de grondlegger van de romantische Nederlandse koraalkunst, Jan Zwart, was een echte Sweelinck-kenner. Velen hebben zich door Jan Zwart laten inspireren om zich toe te leggen op goed in het gehoor liggende romantische koraalbewerkingen. Maar is er onder hen nog een Sweelinck-kenner...?

      Zo’n stimuleringsprijs is dus hard nodig. We kunnen Sweelinck’s muziek natuurlijk niet in de prullenbak kieperen. De man is de belangrijkste Nederlandse componist van de Vroegmoderne Tijd geweest. En die Vroegmoderne Tijd beslaat toch drie, vier eeuwen. Sweelinck zou dus Nederlands muzikale trots moeten zijn.

      Daar komt nog bij dat Sweelinck een grote invloed heeft gehad op de Noord-Duitse orgelschool. Buxtehude heeft les gehad van Sweelincks leerling Scheidemann en Buxtehude had invloed op de vorming van Bach. Zo beschouwd kunnen we onszelf de vraag stellen hoe de Westerse orgelcultuur zich gevormd zou hebben als we Sweelinck niet hadden gehad.

      Ons probleem is dat wij naar Sweelinck luisteren met oren van nu. Maar laten we eens gaan luisteren met oren van toen, met oren van mensen die leefden aan het eind van de Middeleeuwen. Bach en Buxtehude waren nog niet eens geboren. Dus nog geen onnavolgbare Duitse fuga’s, nog geen orkestrale orgelklanken van Widor en Guilmant en al helemaal nog geen stoere Nederlandse koraalmuziek van Zwart of Asma. Niemand had dit alles ooit gehoord. Wat men wel hoorde was een hardzingende voorzanger in de Calvinistische diensten. En toen was daar Sweelinck, met z’n chromatische fantasie en z’n koraalvariaties over de Geneefse Psalter.

      Leef u in, doe uw ogen dicht, beeldt u Amsterdam 1595 in en ga dan eens naar Sweelinck luisteren (middentoonopname!). Ontdek de schoonheid van zijn muziek!

      zaterdag 12 maart 2011

      Concerttips (orgel), 2011



      Orgel, Dom Keulen
      Hieronder heb ik weer een aantal tips voor orgelconcerten op een rij gezet. Het overzicht is wat mij betreft nog niet compleet, dus de lijst vul ik de komende periode nog verder aan. Zo heb ik onder andere concerten uit de serie in de Dom in Keulen nog niet opgenomen en ook ontbreken er nog wat Nederlandse concerten. 

      Als je suggesties voor orgelconcerten hebt: laat me het weten!




      • Vrijdag 25 maart 2011, 20.15 uur: Orgelpark, Daniël Roth. Meer informatie.
      • Dinsdag 29 maart 2011, 20.30 uur: Notre Dame, Parijs: Daniël Roth. Meer informatie.

      • Zondag 22 mei 2011, 17.00 uur: Dudelange (Luxemburg), Requiem Maurice Duruflé en orgelsolo's: Choeur de Chambre du Conservatoire de Musique de la Ville de Luxembourg en Els Biesemans
      • Zaterdag 28 mei 2011, 10.30 uur. St Sulpice, Paris: David Briggs: Repetitie van 'Messe pour Saint Sulpice' for 2 organs and choir. Premiere op zondag 29 mei 2011. Meer informatie. 
      • Zondag 29 mei 2011: St.Sulpice, Parijs, David Briggs: Playing Grand Orgue in the World Premiere of 'Messe pour Saint Sulpice' for 2 organs and choir, sung by The Choir of Men and Boys of All Saints, Northampton, UK, directed by Lee Dunleavy. Meer informatie.
      • Vrijdag 3 juni 2011, 20.30 uur: Antwerpse Kathedraalconcerten, Thema: Fantasie en improvisatie. Thierry Escaich.  Meer informatie.
      • Dinsdag 21 juni 2011, 20.00 uur: Orgelfeierstunden, Kölner Dom. Winfried Bönig. Meer informatie.
      • Dinsdag 28 juni 2011, 20.00 uur: Orgelfeierstunden, Kölner Dom. Ben van Oosten. Meer informatie.
        • Vrijdag 1 juli 2011, 20.30 uur: Antwerpse Kathedraalconcerten. Thema: Fantasie en improvisatie. David Briggs. Meer informatie.
        • Zaterdag 2 juli 2011, 20.00 uur: Berliner Dom, 6. Internationaler Orgelsommer. Auf Reger! Jean Baptiste Dupont (Toulouse, Frankrijk). Meer informatie.
        • Zaterdag 9 juli 2011, 13.00 - 16.30 uur: Concertgebouw, Amsterdam, Leo van Doeselaar. Werken van Cesar Franck. Meer informatie.  
        • Dinsdag 2 augustus 2011: St-Michiels en Sint Goedelekathedraal. Kathedraal Orgelconcerten. Els Biesemans. Bach, Liszt, Welmers. Meer informatie.

          • Zaterdag 20 augustus 2011, 20.00 uur. Berliner Dom, 6. Internationaler Orgelsommer. Kathedralmusik! Andreas Sieling (Domorganist). Vierne, Widor, Cochereau. Meer informatie.
          • Woensdag 24 augustus 2011, 20.15 uur. Grote of Sint Jacobskerk, Den Haag, Stephen Tharp. Oa: Bach, Mendelssohn, Brahms, Baker. Meer informatie.
            • Woensdag 31 augustus 2011, 19.30 uur: Essener Dom, Hans Fagius. Meer informatie.
            • Vrijdag 9 september 2011, 19.30 uur: Jean Guillou, Grote- of Sint Laurenskerk, Rotterdam. Werken van Guillou, Lizst (Orpheus en Ad Nos) en improvisatie. Meer informatie.
            • Woensdag 21 september 2011, 19.30 uur: Essener Dom, Stephen Tharp. Meer informatie.

            zondag 27 februari 2011

            Column: De A-moll, de grote

            De onderstaande column is ook geplaatst op orgelnieuws.nl en is te vinden via deze link.

            Na het concert kwam hij naar ons toe: ‘Wat een zwaar stuk zeg’. Stilte. ‘Ja, ik bedoel dat stuk van Bach’. Opnieuw stilte. Wij keken elkaar aan en wisten: ‘Het gaat over de A-moll’. Daarna gaf hij mijn docent een hand en zei: ‘Maar ik wil u bedanken, want ik heb zo genoten van Händel’.

            Als jongetje op de middelbare school kwam ik aanraking met de wereld van orgelconcerten. Iedere maand zeker één keer mee naar een orgelconcert van mijn toenmalige docent. Vaak om te registreren. En zo kon het gebeuren dat ik in oeroude kathedralen de A-moll (BWV 543) leerde kennen terwijl leeftijdsgenoten in uitgaansgelegenheden de nieuwste pophit beoordeelden.

            ‘Door het stuk vaker op concerten te spelen, gaan de mensen het meer waarderen’ zei mijn docent. Dat gold ook voor mij. Stiekem vond ik Händel ook beter te doen, maar steeds meer ging ik de A-moll op waarde schatten. Het werd zelfs een beetje van mij. De A-moll is voor mij geworden wat het clublied voor een voetbalsupporter is.

            Wie anders dan de Founding Father van de orgelmuziek heeft de A-moll geschreven? Bach. En wie anders dan één van de meest vernieuwende componisten na Bach heeft de pianotranscriptie van de A-moll geschreven? Liszt. Ik denk dat ik Liszts redenen om een transcriptie te schrijven een beetje begrijp: de lange, solistische opening, arpeggio's die elkaar bijna dertien maten opvolgen (hoewel die onderliggende, indrukwekkende orgelnoot op een piano natuurlijk niet te imiteren is), de wervelende tremolo van verminderde septiemakkoorden (akkoorden waar Liszt in zijn B.A.C.H. veelvuldig gebruik van maakt) die oplost in een groot A-moll drieklank. En dan is het preludium nog niet eens half voorbij, laat staan de fuga begonnen. Ah, die fuga, in die dansende 6/8 maat... Durf die fuga eens ‘zwaar’ te noemen.

            De tijd dat ik regelmatig mee ging registreren met mijn docent ligt al een bijna een half leven achter me. Maar de A-moll niet. De A-moll, de grote, is met me meegegaan en het is nog steeds één van mijn meest favoriete orgelwerken.

            Zonder Bach geen orgelmuziek. Zonder Bach geen A-moll en dus ook geen Lizst-transcriptie daarvan. Bach is niet zwaar. Bach’s muziek is Haute Causine, crème de la crème. Bachs muziek is géén fastfood. Bach’s muziek is om te luisteren, te luisteren en dan nog vele malen: luisteren. Mijn docent had gelijk: ‘Door het vaker te spelen (of te luisteren), ga je het steeds meer waarderen’.

            donderdag 3 februari 2011

            Tussen musicus en muziekdocent

            Er is een verschil tussen een musicus en een muziekdocent. Niet dat u dat nog niet wist, maar de praktijk is weerbarstiger. Veel organisten, maar ook heel veel andere klassieke musici, zijn opgeleid tot musicus en gaan vervolgens lesgeven. Da's eigenlijk niet zo logisch.

            Een musicus musiceert. Een docent onderwijst. Musiceren en onderwijzen zijn wel twee wezenlijk verschillende zaken. Een goede docent is nog geen goede musicus. Dus waarom zou een steengoede musicus wel een goede docent zijn?

            Natuurlijk, ik begrijp het wel: een organist die in Nederland alleen maar wil musiceren heeft doorgaans weinig perspectief op voldoende inkomen. Met een beetje geluk krijg je € 400 per orgelconcert (en er zijn meer dan voldoende orgelcommissies die ruim minder betalen). Lesgeven is veel lucratiever en bovendien minder arbeidsintensief dan concerteren.

            Het is dus niet zo gek dat een professionele, afgestudeerde organist op zoek gaat naar mogelijkheden voor extra inkomen. Maar waarom ga je lesgeven? Is het omdat lesgeven een relatief gemakkelijke manier is om in inkomen te voorzien en je by the way ook nog met muziek bezig bent? Of is het omdat je kennisoverdragen leuk vindt en je een zwak hebt voor onderwijs?

            Persoonlijk vind ik dat iedere musicus die de switch naar docent maakt een stevige pedagogische ondergrond moet hebben. Als je een kind naar de middelbare school stuurt verwacht je docenten die niet alleen goed zijn in hun vak, maar die ook weten hoe ze met leerlingen moeten omgaan. Mag je van een muziekdocent niet precies hetzelfde verwachten?

            zaterdag 22 januari 2011

            Concerttips (orgel) februari 2011

            Het nieuwe jaar 2011 is al weer drie weken oud. Tijd voor een overzicht van komende orgelconcerten. Om te beginnen met een concert op de voorlaatste dag van januari. Als u dit jaar orgelconcerten in de Philharmonie van Berlijn wilt horen, dan heeft u drie kansen. Ook heb ik een aantal concerten ná februari reeds in de onderstaande lijst geplaatst. Bijvoorbeeld de presentatie van de debuutcd van Matthias Havinga (vrijdag 4 maart), maar ook de premiere van het werk 'Messe pour Saint Sulpice' voor 2 orgels. Een werk van de hand van David Briggs dat 29 mei in premiere gaat (uiteraard in de St. Sulpice). 

            Voor goede concertsuggesties sta ik altijd open!




            Zondag 30 januari 2011, 12.00 uur: Berliner Philharmoniker, Daniël Roth. Meer informatie.

            Zondag 6 februari 2011, 16.00 uur: Hommage a Cavaille Coll, St. Sulpice, Parijs: Sophie-V. Cauchefer Choplin, Eric Lebrun, Yann Liorzou, Vincent Warnier, Daniel Roth. Meer informatie.


            Dinsdag 8 februari 2011, 20.00 uur: Philharmonie Luxembourg: Jean Guillou. Meer informatie.

            Donderdag 10 februari 2011, 20.00 uur:Philharmonie Essen: Iveta Apkalna. Meer informatie. Ter informatie: overlap met haar programma in Philharmonie Luxembourg (17 maart 2011).


            Dinsdag 15 februari 2011, 20.00 uur: Philharmonie Köln: Thierry Mechler. Meer informatie

            Zaterdag 26 februari 2011, 20.15: Orgelpark Amsterdam, Frans Liszt, orgel en piano. Theo Jellema, Erwin Wiersinga, Paul Komen. Meer informatie.

            Dinsdag 1 maart 2011, 20.15 uur: Philharmonie Haarlem: Olivier Latry. Meer informatie 


            Vrijdag 4 maart 2011, 20.00 uur: Amsterdam, Waalsekerk: Matthias Havinga: Presentatie debuutcd:'J.S.Bach-Italian Concertos', Meer informatie.


            Dinsdag 29 maart 2011, 20.30 uur: Notre Dame, Parijs: Daniël Roth. Meer informatie.


            Zondag 22 mei 2011, 17.00 uur: Dudelange (Luxemburg), Requiem Maurice Duruflé en orgelsolo's: Choeur de Chambre du Conservatoire de Musique de la Ville de Luxembourg en Els Biesemans


            Zaterdag 28 mei 2011, 10.30 uur. St Sulpice, Paris: David Briggs: Repetitie van 'Messe pour Saint Sulpice' for 2 organs and choir. Premiere op zondag 29 mei 2011. Meer informatie.


            Zondag 29 mei 2011: St.Sulpice, Parijs, David Briggs: Playing Grand Orgue in the World Premiere of 'Messe pour Saint Sulpice' for 2 organs and choir, sung by The Choir of Men and Boys of All Saints, Northampton, UK, directed by Lee Dunleavy. Meer informatie.